BAR Talks: Welke informatie is er nodig voor effectieve re-integratie?
Een zieke medewerker maakt in het re-integratietraject een reis langs verschillende professionals. Bij langdurig verzuim ziet de medewerker bedrijfsarts, arbeidsdeskundige en verzekeringsarts. Soms is er ook contact met bijvoorbeeld arbeidspsychologen, arbeidshygiënisten, bedrijfsfysiotherapeuten.
Iedere professional onderzoekt, beschrijft en beoordeelt – en legt die informatie vast. Door de introductie van het instrument voor Beschrijving van Arbeidsbelastbaarheid en Re-integratie (BAR) realiseerde bedrijfsarts Madelijn de Kleine zich dat ze een deel van die informatiereis niet kent. ‘Ik weet uiteraard goed wat de rol is van arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. Maar het gekke is: ik weet niet precies wat een verzekeringsarts of arbeidsdeskundige doet met de informatie die ik vastleg. En of zij wel de informatie krijgen die ze nodig hebben.’
Om antwoord te vinden op deze en andere vragen gaat Madelijn in de ‘BAR Talks’ op onderzoek uit. Ze praat met Lydia in ’t Hout, arbeidsdeskundige in de private sector, Arjan Henken, arbeidsdeskundige in de publieke sector, en Tim de Wit, verzekeringsarts in de publieke sector. Ze praten met elkaar over het proces van re-integratie, de samenwerking tussen de professionals, en de kansen en uitdagingen die een nieuw instrument biedt. Hoe lopen informatiestromen nu? En hoe zouden ze moeten lopen? Wat hebben we met z’n allen nodig om een zieke werknemer goed te begeleiden?
De terugkerende conclusie in alle gesprekken: samenwerken, maar vooral denken in mogelijkheden zijn essentieel voor effectieve re-integratie. Het BAR-instrument en het onderliggende, gedeelde begrippenapparaat helpen daarbij. ‘Het is heel fijn om gewoon met elkaar in gesprek te gaan’, aldus Madelijn. ‘Ik begrijp steeds meer wie welke informatie nodig heeft en waarom. Ik heb goede hoop dat een doorontwikkeld BAR-instrument onze samenwerking én de re-integratie nog verder kan verbeteren.’